In de loop van ons leven komen onze zintuigen en onze omgeving samen om onze geest te verrijken en soms te overweldigen. Veel van de kennis die we opdoen, komt tot ons via onze zintuigen. Als kind gebruiken we onze zintuigen dagelijks om zoveel mogelijk op te nemen. Als we jong zijn, is onze geest een hongerig, leeg hol.
Als we ouder worden, zijn we sterk afhankelijk van onze zintuigen om ons te informeren over de wereld om ons heen; warm, koud, zoet, zuur, bitter, hard, zacht, zoveel van onze waarnemingen en handelingen beginnen met input van onze vijf zintuigen. Er is nog een zintuig dat niet veel aandacht krijgt, omdat het zich in ons lichaam bevindt en niet aan de buitenkant. Maar als het goed gebruikt wordt, geeft het ons net zoveel waardevolle informatie als de zintuigen reuk, smaak, tast, zicht en gehoor.
Onze intuïtie is ons zesde zintuig. Het verwijst naar het vermogen om af te stemmen op de ongeziene wereld van het voelen. Alle andere zintuigen vereisen een fysieke oorsprong van input; onze intuïtie niet. Het vereist geen fysieke aanwezigheid van een object om informatie over het object te verkrijgen. Dankzij het feit dat we in een materialistische wereld leven en dat het grootste deel van onze kennis wordt gedomineerd door de westerse tradities en overtuigingen, is ons vermogen om onze intuïtie te gebruiken een verloren kunst.
De oosterse culturen maken al heel lang gebruik van het intuïtiegevoel en de stroom van de natuurlijke energieën van het lichaam om de beschikbare intuïtieve informatie te benutten. De westerse beschavingen realiseren zich maar langzaam welke rol onze intuïtie kan spelen in onze algehele gezondheid, alleen maar omdat het geen “geziene” bron van input is.
Als we niet alle aspecten van de zes zintuigen gebruiken, missen we vaak een stukje van de puzzel en wat compleet en correct lijkt, ontbreekt vaak.
Er zijn soms fysieke omstandigheden waardoor onze zintuigen niet goed werken en we de informatie niet goed verwerken. Dit gebeurt wanneer we op een minder dan optimaal niveau functioneren. Vaak gebeurt dit tijdens ziekte, extreme vermoeidheid of slaapgebrek. Op dat moment geloven we dat ons brein ons voor de gek houdt. We denken dat we bepaalde input ontvangen, maar in werkelijkheid is dat niet zo.
Daarom zorgt een goed, fit en gezond lichaam ervoor dat we de input van de buitenwereld nauwkeurig kunnen verwerken. Door deze nauwkeurige perceptie van de input zijn we in staat om effectief om te gaan met de wereld om ons heen. Dit alles leidt tot de volgende stelling: om gezond en wel te blijven, moeten we in staat zijn om de input van de wereld om ons heen nauwkeurig te verwerken. Als we het perspectief verliezen en de dingen niet accuraat “zien” zoals ze werkelijk zijn, is de kans groter dat we gevoelens van slechte gezondheid en mentale onrust ervaren, en dit kan ertoe leiden dat we daadwerkelijk ziek worden.
Ons algehele welzijn hangt niet alleen af van ons vermogen om met onszelf om te gaan, maar ook van ons vermogen om de werkelijkheid waar te nemen zoals die werkelijk is.