Rugproblemen zijn er in veel verschillende soorten, waaronder hernia of hernia, wervelkanaalvernauwing, scoliose, degeneratieve discusziekte en problemen veroorzaakt door zwakke spieren. Dit artikel geeft je een idee van de verschillende soorten onderzoeken die beschikbaar zijn en hoe je arts de bron van je rugpijn zal bepalen. Wat u nu gaat lezen is het resultaat van informatie van veel verschillende plaatsen en bronnen.
Voordat uw arts uw aandoening kan diagnosticeren en een behandelstrategie kan opstellen, zijn een volledig profiel en lichamelijk onderzoek nodig. Dit geeft je arts een beter beeld van de oorzaak van je aandoening. Daarna kunnen de juiste diagnostische tests worden aanbevolen.
Volledige voorgeschiedenis
Je arts zal een verslag willen hebben van je aandoening. Terwijl je wacht op een afspraak met de arts, kun je beginnen met het invullen van een gedrukt formulier. Uw probleem zal gemakkelijker te diagnosticeren zijn naarmate u meer informatie met uw arts deelt; neem dus de tijd om na te denken over alles wat met uw pijn te maken heeft en schrijf het op. Een anamnese kan uw arts inzicht geven in uw levensstijl, wanneer de pijn is begonnen, lichamelijke factoren die de pijn kunnen veroorzaken, iets dat een blessure kan hebben veroorzaakt en een eventuele familiegeschiedenis met soortgelijke problemen.
Na het lezen van je schriftelijke voorgeschiedenis zal je arts meer vragen stellen die aansluiten bij de informatie die je hebt gegeven. Uw arts kan het volgende willen weten:
- Of en waar je je dood of zwak voelt
- Of de pijn uitstraalt naar andere delen van je lichaam
- Over gewichtsverlies, koorts of ziekte
- Waar je pijn voelt en hoe intens die is
- Of je een blessure hebt gehad
- Of je problemen hebt gehad met je blaas of darmen
- Of je dit probleem of iets dergelijks eerder hebt gehad
- Welke factoren ervoor zorgen dat de pijn beter of slechter voelt
Lichamelijk onderzoek
Na het afnemen van je anamnese zal je arts je lichamelijk onderzoeken. Hiermee kan de arts de bron van uw problemen vaststellen en mogelijke oorzaken van de pijn proberen uit te sluiten. De delen van je lichaam die worden onderzocht, hangen af van waar je pijn hebt: onderrug, benen, nek, armen, enz.
Beweging van uw wervelkolom – Doet het pijn als u buigt, beweegt of draait? Zo ja, waar? Heb je wat flexibiliteit verloren?
Reflexveranderingen – Je peesreflexen kunnen worden getest, zoals onder de knieschijf en achter de enkel in de achillespees.
Motorische vaardigheden – Je kunt gevraagd worden om te wankelen op je hielen of tenen.
Sensorische veranderingen – Kun je bepaalde sensaties voelen in detailgebieden van de voeten of handen?
Zwakte – Je spieren worden getest op kracht. Er kan je worden gevraagd om je arm, hand of been op te tillen of te duwen als er lichte weerstand tegen wordt geboden.
Pijn – De arts kan proberen vast te stellen of je gevoeligheid hebt in bepaalde gebieden.
Speciale tekenen – Je arts zal ook controleren of er “rode vlaggen” zijn die kunnen wijzen op iets anders dan problemen met de ruggengraat/wervels. Enkele aanwijzingen voor andere problemen zijn tederheid in bepaalde gebieden, koorts, een abnormale polsslag, veelvuldig gebruik van steroïden (leidt tot beschadiging van de botmassa) of snel gewichtsverlies.
Diagnostische tests
Diagnostische tests kunnen nodig zijn om je aandoening op te sporen. De tests worden gekozen op basis van wat je arts vermoedt dat het probleem veroorzaakt.
- Botscan
- CT-scan
- Discogram
- EMG
- Facetgewrichtblokkade
- Laboratoriumonderzoek
- MRI
- Myelogram
- Ruggenmergtap
- SSEP
- Röntgenfoto’s